maandag 22 augustus 2011

INFERNOMAN

Inferno triathlon 2011, yes I’m a Infernoman


Als rookie van 45 jaar ben ik zo blij als een kind met een t-shirt met de simple vermelding “Finisher Inferotriathlon 2011” Wat moet je ervoor doen. Veel trainen, omgaan met tegenslagen (fysiek en mentaal) en uiteindelijk 5.500 hm op racefiets, mountainbike en hardlopend afwerken.
De vele trainingsuren zijn gemaakt. In oktober 2010 had ik de Infernotriathlon mentaal omgezet van niet willen maar doen. De afgelopen winter stabiel en rustig getraind en me op 21 februari aangemeld als deelnemer voor de Inferno 2011. Op Gran Canaria de basis voor de hoogtemeters en rustige duurtrainingen op een lage intensiteit gelegd. De weken na de WK Crosstriathlon het lichaam op zijn donder gegeven met veel wedstrijden en weinig rust. Hierdoor wat fysieke tegenslagen waardoor het gas eraf moest en er alternatief getraind moest worden (aquajogging en veel elastiekwerk). In de laatste weken schiet mijn rug nog op slot en wordt er zelfs getwijfeld over het afreizen naar Zwitserland. Uiteindelijk maandag afgereisd voor het grote avontuur van 3,2 km zwemmen, 97 km op de racefiets, 30 km mountainbiken en een 25 km afsluitende bergloop. In totaal 5.500 hoogtemeters over de Beatenberg, de Grosse Scheidegg, de kleine Scheidegg en finishen op de Schilthorn (2.970 m).
Maandag reisdag naar Interlaken. We hebben het hondje mee. In het hotel wat we geboekt hebben schrikken een aantal gasten van onze dog. Er ontstaat een beetje comotie maar via een alternatief in Wilderswil (what ’s in the name) krijgen we een gepast onderkomen met een schitterend uitzicht op de Jungfrau.

De volgende dag samen met Saskia en Diablo naar de zwemstart in Oberhofen. Van daaruit het fietsparkoers verkend. Direct vanuit het parc fermé begint het met de hoogtemeters. De eerste 4 km 400hm naar Tschingel om dan even af te dalen naar Sigriswil en dan klimmen naar Beatenberg. Dit stuk was pittig en ik besef dat ik met een 34x27 niet veel over heb. De volgende kilometers waren makkelijk, lekker afdalen tusen de bossen en dan door Interlaken langs de Brienzersee naar Meiringen. Volgens het hoogteprofiel zou dit vlak zijn maar in de praktijk ruim 240 hm. Vanaf Meiringen ging het op naar de Grosse Scheidegg. Een prachtig uitzicht maar stevig klimmen. Onderweg snel besloten om de pion na thuiskomst maar snel om te wisselen voor een 11-28 anders zou het tijdens de wedstrijd teveel legpressen geworden. De afdaling was mooi met af en toe wat koeien en bussen tegen. Bij zo’n bus op de weg kon je als fietsers maar één ding doen: met je fiets de berm in. De bus stopt niet en kan niet uitwijken. Deze informatie stond in de briefing maar het is altijd goed om dit even te oefenen (met 60 km/u).
De volgende dag lekker zwemmen in het 19 graden warme water van de Thunersee en ’s middags met de MTB de Kleine Scheidegg op. Deze berg kende ik nog van de Eigerbikemarathon. Het uitzicht is aan de flank van de Eigernordwand fantastisch. Bovenop via een leuke singletrail nagenietend afgedaald naar Grindelwald.
De dagen daarna samen met Saskia de toerist uithangen en de ervaringen aanhoren van deelnemers. Het weer was fantastisch met temperaturen van boven de 28 graden. Nadeel waren de onweersbuien die zich ’s avonds in korte tijd manifesteerden. Dit gaf ook meteen het onvoorspelbare van de bergen aan.
De dag voor de wedstrijd was een logistieke dag. In Oberhofen moesten de fietsspullen geplaatst worden, in Grindelwald de mountainbikespullen en in Stechelberg de loopspullen. ’s Morgens geef je in Thun je warme kleding voor na afloop op de top af en dit liep als een zwitsers uurwerkje. Voor de zekerheid wat regenkleding en warme spullen meegegeven. Je weet het maar nooit.


Normaliter is de nacht voor een wedstrijd een weggegooide nacht. In dit geval sliep ik al om 20.30 uur en werd om 03.00 uur wakker van het onweer en de bakken regen. Onderweg naar Thun trekt de regen en de onweer weg. De temperatuur is aangenaam maar het waait stevig. Aangekomen op de startplek krijgen we al snel te horen dat het zwemmen om veiligheidsredenen niet doorgaat. In Nederland lachen we om deze golven maar de Zwitsers denken hier anders over. Ik baal nu als een stekker, zwemmen ging beter dan ooit en ik zag de hoogtemeters in het water wel zitten. Ondanks dat het zwaar genoeg gaat worden is het gevoel van een triathlon weg.
In Oberhofen wordt het fietsen in groepen gestart. De Zwitsere jury probeert tervergeefs met een hoop gefluit iedereen ook nog op één weghelft te krijgen. De klim in een groep gaat nog wel. Het wordt minder als er op een natte ondergrond afgedaald mag worden. Tot mijn verbazing zie ik een groot aantal deelnemers op tijdritfietsen rijden. Klimmen gaat al matig met zo’n frame en stuur maar afdalen is met remmen die weggewerkt zijn en dan met Lightweightcarbon wielen helemaal matig. Tijdens de 30 km vlak langs de Brienzersee komen de groepen fietsers me voorbij rijden. De groepen zijn zo groot dat de jury niet ingrijpt. Net voor de beklimming naar de Grosse Scheidegg nog wat drinken en eten van de perfect ingerichte verzorgingspunten gepakt. Temperatuur ligt ondertussen al ruim boven de 30 graden dus voldoende blijven eten en vooral drinken. Hoe langer de beklimming hoe makkelijker het gaat.

Ik heb de eer om een half uur acher het wiel van Stephan Sahm (samen met Karl Platt meervoudig winaar van allerlei Transalpen) aan te kunnen rijden. In de afdaling laat ik hem lekker gaan, ik ken mijn grenzen. In Grindelwald aangekomen hoor ik Saskia al enthousiast roepen. Hier volgt de wissel voor de MTB. De overgang is apart. Van 7 bar naar 2,5 bar is altijd apart maar de houding is ook even wat anders. Voordeel is wel dat er iets meer schakelverhoudingen zijn.

Op het moment dat het asfalt ingeruild wordt voor een schotterondergrond is de 2,5 bar ideaal. Ik kom snel in mijn cadans en raffel de 1.100hm sneller af dan verwacht en duik als een Vliegende Hollander de afdaling in. De eerste kilometers vragen niet veel van de technische vaardigheden. In Wengen komt het leuke werk: wortel en steenafdalingen en veel haarspeldbochten. In Lauterbrunnen wordt het offroad weer ingeruilt voor asfalt voor de laatste kilometers naar Stechelberg. Deze relatief vlakke kilometers gebruik ik om de boel wat op te rekken en de laatste restjes eten (brrrh wat is sportgel na 6 uur sporten smerig) en drinken na binnen te werken.
In de laatste verzorgingszone rustig de loopkleding aangetrokken en bij de verzorgingspost de tijd genomen. De eerste 7 km zijn licht heuvelaf en ik vlieg met 3’50”de kilometer Lauterbrunnen weer binnen. Vanaf nu gaat het echt beginnen met het klimwerk (zeker qua stijginspercentage 855 hm in 14 km). Het kost me moeite om na de snelle strekkilometers de berglooptechniek op te pakken. Ondanks dat passeer ik de een na de andere loper. Bij de verzorgingsposten, die perfect uitgrust zijn, ga ik over op bouillion en wat chips om het zoutgehalte wat op te krikken. Rare gewaarwording chips eten en bergop rennen met 30 graden en een Hf van 158. Maar goed het gaat eigenlijk best lekker en ik voel me een soort Chrissie Wellington die iedereen die haar aanmoedigt bedankt met een glimlach. In de laatste kilometers voor Mürren wordt het weer wat vlakker en het tempo gaat als vanzelf weer omhoog. Na Mürren begint het laatste en zwaarste deel van het lopen. In 8 km 1.330 hm. Gingen de kilometers vanaf de wisselzone nog over redelijk schrotterwegen nu zijn het rotsblokken en geitenpaden die als ondergrond dienen.
Ik glimlach in mezelf als ik bedenk dat de aquajogging trainingen in Zwembad De Veldkamp in Wezep nu haar vruchten beginnen af te werpen. Ondanks dat het tempo niet hoog ligt raap ik de nodige medestanders op. Met een korte knik of een bemoedigend woord passeer je elkaar. De inspanning verbroedert.
Bij de Seewlifuhre op 2 km en 380hm van de top zie ik de Schilthorn liggen. Auchhh dat ligt nog ver weg, zeker omdat er een stuk naar beneden gaat. In deze wedstrijd moet voor elke meter naar beneden twee meter omhoog geklommen worden. Ik blijf zelfs even stil staan om te genieten van de vergezichten en de stilte. Ongelofelijk wat een indrukwekkende omgeving. Voor mezelf heb ik daar al besloten om, bij gezondheid en instemming van Saskia, in 2012 weer van start te gaan.
De laatste meters gaan weliswaar met handen en voeten maar gevoelsmatig vlieg ik de berg op om naar 9 uur en 22 minuten als 33ste overall en 5e in de AK 2 te mogen finishen. O jah 9.459 kcal verbruikt en raar maar waar op gelijk gewicht gebleven.